Reis je mee naar Sri Lanka met ons?
We hebben er lang naar uitgekeken en nu is het zover!
Na een voorspoedige vlucht worden we op de luchthaven opgewacht door onze chauffeur. Hij blijft de hele reis bij ons en zorgt ervoor dat we overal veilig aankomen.
Bij aankomst krijgen we een mooie bloemenslinger omgehangen. Wat een leuk welkom! We stappen in ons busje naar de eerste accommodatie in Chilaw. Het is ongeveer 1,5 uur rijden. We rijden door een overwegend katholiek gedeelte van het land. Onderweg zien we dus verschillende kerken. Het is even wennen aan de drukte op straat: oude autobussen, auto’s, tuk tuks, scooters, trekkers met aanhangwagens, fietsen en ook de vele (zwerf)honden. De wegen hebben over het algemeen 2 rijstroken, maar wordt meestal gebruikt alsof er 3 rijstroken zijn. Onbegrijpelijk voor ons, maar voor daar heel gewoon.
We stoppen bij een stalletje langs de weg om te drinken uit een King Coconut. Deze oranje kokosnoot komt alleen voor in Sri Lanka. De smaak is wat zoeter dan die van een gewone kokosnoot. De King Coconut wordt in tweeën gehakt als er geen sap meer uitkomt. En uit de zijkant wordt een soort lepel gehakt, daarmee kun je het vruchtvlees eruit scheppen en opeten. De eerste lokale eet- en drinkervaring hebben we hier te pakken.
We zijn blij als we bij Anantaya Resort & Spa aankomen, want het reizen heeft ons vermoeid gemaakt. Voor één van de kamers hebben we een upgrade gekregen met een balkon met uitzicht op de Indische Oceaan. Het is warm dus we trekken onze zwemkleren aan en gaan bij een zwembad op de ligbedden een beetje liggen suffen, slapen, lezen en natuurlijk ook zwemmen. De rode vlag hangt op het strand dus zwemmen in de oceaan doen we niet. Wel loop ik er nog even heen om op het strand te staan met de voeten in het water. Het wordt vloed en het water is wild. Het diner is in buffetvorm en er is werkelijk van alles te verkrijgen: rijst, nasi, vlees, vis, groente en lekkere toetjes.
Na een uitgebreid ontbijt gaan we richting het noorden. Onze chauffeur rijdt lekker door en zo wordt de rit van 6,5 uur teruggebracht naar 4,5 uur. Onderweg zien we diverse landschappen: veel rijstvelden, palmboomplantages (vooral voor de kokosmelk in de curry’s), lagunes en weilanden. Langs de weg lopen veel honden en koeien en soms ook geiten. We zien diverse soorten vogels, een aap en een haas. Rijst wordt op een rijstrook op de weg gelegd om te drogen. Je mag daar natuurlijk niet overheen rijden, dat is af en toe best goed opletten dus. We stoppen ergens en onze chauffeur geeft ons een handje rijst. We mogen zelf proberen om de korrel uit de schil te krijgen. Dat valt niet mee. We zien in dit deel van Sri Lanka veel hindoetempels.
Er zijn ook nog steeds sporen te zien van de burgeroorlog. Soms staan er wegblokkades met mannen met geweren. Ze kijken streng, maar het voelt niet onveilig. Sowieso een raar idee dat dit gedeelte van het land lang niet toegankelijk is geweest voor alle inwoners.
We arriveren voor een late lunch in ons hotel: Fox Jaffna in Jaffna. We vinden dat we net niet genoeg tijd hebben om gebruik te maken van het zwembad. Om 17:00 uur worden we namelijk weer opgehaald voor een bezoek aan het Jaffna Fort. Het fort is in 1618 door de Portugezen gebouwd en in 1658 door de Hollanders veroverd en uitgebreid. Tussen 1795 en 1948 was het in handen van de Britten. Tijdens de gevechten van de burgeroorlog (1983-2009) zijn er helaas veel historische gebouwen binnen de muren van het fort in puin gelegd. Ze zijn al jaren bezig om het Queen’s House en De Kruyskerk te renoveren, maar dat gaat nog wel even duren. Door eerst covid-19 en daarna de crisis in Sri Lanka duurt het allemaal nog langer. De Sri Lankaanse overheid wil graag met Nederlandse steun een toeristische attractie van het fort maken.
In ons hotel zit een blijkt een klein museum te zijn. Het is een bunker met foto’s en tekst in het Engels vanaf de prehistorie tot en met het tijdperk van de burgeroorlog.
We rijden met een gids langs het vissersdorpje Manalkadu. Het vissersdorp is in 2004 compleet verwoest door de tsunami en daarna iets meer landinwaarts weer opgebouwd. Op het strand liggen vele bootjes en er zijn enkele mensen aan het werk. De visnetten worden leeggehaald en we krijgen te zien wat de vangst van deze dag is. Het is weinig, maar dit is ook een mindere tijd. Er staan hutjes van hout op het strand waar opslag in staat en waar ook in gerust kan worden. De mensen hier werken hard en verdienen weinig. Daarnaast staan ze in de volle zon.
De volgende bezienswaardigheid is de “Sinking Church”, Saint Anthony’s Church and Cemetary gebouwd in de zeventiende eeuw onder Nederlands bewind. De muren van deze ruïne en de graven raken steeds meer bedolven onder de zandduinen. Over een aantal jaren is er wellicht niets meer van te zien.
We bezoeken The Vallipuram Vishnu Tempel, een hindoetempel waar van de mannen gevraagd wordt hun shirt uit te trekken. Geen straf met deze temperaturen. Het is een teken van gelijkwaardigheid. Zowel mannen als vrouwen moeten de schoenen en slippers uitdoen. We lopen met de gids door de tempel en krijgen hier en daar extra uitleg. We zijn zelf ook een bezienswaardigheid voor de lokale mensen. Je merkt dat het noorden van Sri Lanka niet veel bezocht wordt door toeristen.
We rijden naar het noordelijkste puntje van Sri Lanka, Point Pedro. We maken een fotostop. Ook hier zijn veel vissersbootjes en is een enkele visser aan het werk.
We zijn onderweg naar een traditionele lunch in Jaffna-stijl bij mensen thuis, maar komen een processie tegen. Er hangen mannen met haken door hun huid aan een balk die bevestigd is aan een wagen en daar bovenop staat iemand die de balk op en neer laat bewegen. De mannen hangen daar ongeveer 4 uur en zijn onderweg naar de hindoetempel waar ze weer uit hun benarde positie bevrijd worden. Het gaat om het offer dat zij brengen door dit te ondergaan. Het schijnt dat de mannen het volhouden door meditatie. Dit is iets dat je niet vaak tegen zult komen, dus wij hadden geluk. Het is vooral bijzonder om te zien en ik kan er niet te lang naar kijken.
De traditionele lunch bestaat uit rijst (dit is speciale rijst die alleen verkrijgbaar is in Jaffna en omstreken), er zijn garnalen, dahl, aubergine (brinjal sambol), salade met anijs en vis. Het is leuk om vragen te kunnen stellen aan de bewoner en een bijzondere ervaring om daar in een land ver weg in de eetkamer van vreemde mensen te zitten eten met de familiefoto’s aan de muur. Het dessert is een pudding met noten en rozijnen. Daarna drinken we een kopje thee met een blokje palmsuiker erbij in de tuin onder de bomen in de schaduw.
Het was een indrukwekkende dag vandaag en in de middag maken we gebruik van het zwembad bij het hotel.
Vandaag gaan we naar Anuradhapura en dat is ruim 3 uur rijden. Na aankomst in ons hotel, The Lakeside at Nuwarawewa hebben we een paar uur voor onszelf. We beginnen met een lunch en daarna lopen we een klein stukje naar het meer. Het is veel te warm om verder te lopen.
We worden opgehaald om naar een stupa te gaan. Een stoepa of stupa is een boeddhistisch bouwwerk dat de relieken van een boeddhistische heilige bevat. De eerste is de Jethawanaramaya Stupa. Deze stupa is 300 voor Christus gebouwd en de op één na grootste. Wel gerestaureerd, maar niet met pleisterwerk erop zodat je kunt zien dat het van baksteen is. De toren erop is afgebroken. De stupa is massief, alleen bovenop in de rechthoek liggen relikwieën. Pas nadat we onze schoenen hebben uitgedaan betreden we het terrein van de Stupa. We krijgen hier nog uitleg van een gids. Er zitten ook aapjes bij de stupa, zowel makaken (brutale aapjes) en Hoelman (grijze langoeren).
We rijden over het terrein verder naar een beeld van Boeddha. Van voren is het gezicht van Boeddha rond en van de zijkant gezien juist lang. Er wordt wierrook bij het beeld gebrand.
Ooit is dit gebied bewoond door ongeveer 3000 monniken. Het gebied is best groot en we rijden naar de Ruwanveliseya Stupa, een groot wit bouwwerk. Het is de grootste en belangrijkste stupa. Het meest opvallende aan deze stupa zijn de 344 gebeeldhouwde olifanten die de muren sieren. We lopen om de stupa heen met de klok mee. Er zijn veel mensen aanwezig.
Op het terrein van de heilige stad (Sacred City) bevindt zich de heilige Bodhiboom (Jaya Sri Maha Bodhi). De boom is 2300 jaar oud en door een non naar Sri Lanka gebracht. Dit is één van de spiritueelste plekken van Sri Lanka. De boom wordt beschermd en er staan gouden stutten ter ondersteuning van de takken. Een man jaagt de vogels uit de boom door te klappen of met de katapult op de vogels te schieten. We vallen met onze neus in de boter, want het was een Puja (of Vesak) dag. Puja is een ceremonie met volle maan. Ze vieren de verjaardag, de sterfdag en verlichting ineen. Het is erg druk en overal zitten mensen om Boeddha te aanbidden. De mensen offeren bloemen, specerijen en dranken en lampjes.
We rijden via smalle wegen met bomen aan weerszijden. We zien onderweg de Leeuwenrots liggen en de Pidurangala rots. We komen aan bij ons overnachtingsadres Lario Resort. We kunnen hier heerlijk lunchen in de tuin. Aan het einde van de middag (als het niet meer zo warm is) worden we opgehaald en gaan we een boottocht maken over een meer. De meeste meren in Sri Lanka zijn geen natuurlijke meren, maar uitgegraven terreinen om als waterreservoir te gebruiken. Vanaf het meer hebben we uitzicht op de Leeuwenrots, die we morgen gaan beklimmen.
Na de boottocht komen we bij een vriendelijke dame. Zij heeft een buitenkeuken en die is gemaakt van klei en koeienmest met een dak van geweven palmbladeren. Heel anders dan de buitenkeukens in Nederland. Er is geen stromend water en het vuur waarop ze kookt is open en hout gestookt. Ze doet ons voor hoe ze een kokosnoot van de huls ontdoet op een scherpe punt van hout. Daarna zijn wij aan de beurt, maar natuurlijk hebben we haar hulp nog hard nodig. Vervolgens maakt onze gastvrouw de kokosnoot open met een indrukwekkend en scherp mes. Het sap vangt ze op en krijgen wij te drinken. We krijgen een stukje kokos om op te eten, maar de rest mogen we met een scherpe metalen punt uit de kokosnoot schrapen. Daarna mogen we ook meel malen tussen 2 maalstenen en rijst stampen in een soort vijzel met een lange stok om de rijst te ontdoen van het schilletje dat er omheen zit. Daarna gaat de rijst in een soort mand om de rijst en de schillen te scheiden van elkaar door op een bepaalde manier te schudden. Wij zijn er duidelijk minder goed in dan onze gastvrouw. We eten van de heerlijke Coconut Sambol, Jackfruitcurry en een soort brood van gemaakt van kokosrasp, meel, zout en water. Als dessert heeft ze bananen en watermeloen voor ons en we sluiten af met een kopje kruidenthee en het ondertussen bekende blokje palmsuiker. Ook krijgen we fantastisch lekkere koekjes. Geen idee wat er inzit, maar het smaakt hemels. We bedanken onze gastvrouw voor een overheerlijke maaltijd. Wat een geweldige ervaring was dit!
De beklimming van de Leeuwenrots van Sigiriya staat vandaag op het programma. We vertrekken om 7:00 uur om de warmte voor te zijn (niet helemaal gelukt, maar altijd beter dan later vertrekken). Ik ben een beetje gespannen, want ik heb hoogtevrees en weet niet zo goed wat ik kan verwachten. Met een lokale gids gaan we aan de klim beginnen. We komen aan op het Lion’s Paw Terrace (Leeuwenpootterras). Hier zie je nog (zoals de naam al doet vermoeden) de leeuwenpoten. De enorme hoofdopgang was vroeger namelijk een zittende leeuw. Nu zie je alleen de poten nog. Vandaar ook de naam van de rots.
In 38 minuten zijn we boven, wat erg snel is volgens de gids. Het valt mij erg mee. Alleen de trappen op het laatste stukje zijn iets minder voor mensen met hoogtevrees, maar verder is het prima te doen. Niet naar beneden kijken en doorlopen is mijn persoonlijke advies. We hebben vanaf de Leeuwenrots een schitterend uitzicht over de omgeving en ook op de naastgelegen rots, Pidurangala. Ook die rots kun je beklimmen, maar wij besluiten dat we één rotsbeklimming wel voldoende vinden. Bovenop de leeuwenrots was vroeger een groot paleis, nu zijn alleen nog de overblijfselen van de fundamenten te zien.
Om de rots weer af te komen, moet ik wel even slikken, want je gaat niet dezelfde weg terug en je moet een stukje langs de rots lopen op hoogte waar je op een smalle stalen plaat loopt met slechts een touwtje erlangs. Niet over nadenken, recht vooruitkijken en lopen maar. Gelukkig is het maar een paar meter, alleen een hoekje om. Met een ijzeren wenteltrap lopen we langs de beroemde cloud maidens (wolkenmeisjes). Het zijn schilderingen van rondborstige dames gemaakt in de 5e eeuw in een rotsspleet en ze zijn zeer goed bewaard gebleven. Oorspronkelijk waren er 500 portretten, nu zijn er nog 22 te zien. Helaas voor ons (en jullie in dit geval) is het verboden om te fotograferen.
Na de afdaling rijden we naar Polonnaruwa en ook hier gaan we met een lokale gids op stap. We bezoeken hier de restanten van een oud paleis en veel tempels uit de 12e eeuw. Als laatste komen we bij fraaie Boeddhabeelden die in de rotsen zijn uitgehouwen.
We gaan naar een fabriek waar ze mooie beelden maken van allerlei soorten hout. De kleuren die ze gebruiken om de beelden te beschilderen is helemaal natuurlijk. Als je een mooi souvenir wilt aanschaffen, dan is dit je kans.
We krijgen een authentieke Sri Lankaanse lunch op een boerderij, Priyamalli Gedara. Het is een plek waar veel toeristen komen en waar het ook wel druk kan zijn. De lunch is heel uitgebreid en er wordt uitgelegd wat waarvan gemaakt is. Het is hier smullen geblazen met ondertussen een prachtig uitzicht over de rijstvelden.
Na de lunch gaan we naar een massagesalon voor een Ayurveda massage. Je hebt af en toe geen idee wat er gaat gebeuren en hoe lang het duurt, maar we zijn wel lekker ontspannen als we in de tuin ons kopje thee drinken aan het eind van ons bezoek.
Op de terugweg naar het hotel hebben we het geluk om 4 olifanten te passeren die langs de weg lopen. Één heeft zelfs slagtanden, dat schijnt vrij zeldzaam te zijn. In de avond hebben we een barbecue en is er livemuziek. We zitten gezellig in de tuin te genieten van een mooie avond na een dag vol indrukken.
We beginnen de dag met een uitgebreid ontbijt in de tuin. Nadat we door de eigenaren en het personeel zijn uitgezwaaid, rijden we naar de grotten van Dambulla. Onze gids hier is een oudere man met een behoorlijk accent. We hebben dus niet alles kunnen volgen, maar met kijken kom je hier al een heel eind. Er zijn meerdere grotten, maar 5 zijn er te bezoeken. De eerste en tweede grot hebben schilderingen van de eerste eeuw voor Christus. In de overige grotten zijn de schilderingen ongeveer 300 jaar oud. Er staan beelden, voornamelijk Boeddhabeelden. De beelden zijn gemaakt van klei en hout, een enkele is uit de rots uitgehouwen. In één van de grotten staat een pot waar heilig water in drupt.
We bezoeken in Matale een spice garden. We krijgen een rondleiding door de tuin en zien cacao, koffie, kardemon, kaneel, gember, peper etcetera. We bezoeken het winkeltje waar je voor allerlei kwalen iets kunt aanschaffen, maar ook de kruiden uit de tuin kunt kopen. Daarna krijgen we een heerlijke lunch voorgeschoteld bestaande uit curry, kip, vis en diverse soorten groente.
Als laatste uitje van de dag gaan we naar de Tandentempel (Temple of the Tooth). Het verhaal gaat dat een vrouw de tand van Boeddha van India naar Sri Lanka heeft gebracht. Het relikwie ligt achter 3 deuren en in 7 omhulsels. Elke dag is het 2 x 30 minuten mogelijk om de omhulsels te zien. De tand zelf is in 2017 voor het laatst te zien geweest en zal waarschijnlijk in 2024 weer getoond worden. We gaan de tempel binnen met bloemen om te offeren.
We gaan naar ons hotel voor vanavond, Fox Kandy. Het is hooggelegen en dus moeten we aardig wat haarspeldbochten nemen, voordat we boven op de berg aankomen. Het uitzicht is geweldig! Snel nog even zwemmen in het mooie zwembad hier voordat de avond valt. Er is een buffet in het hotel met allerlei heerlijke gerechten om uit te kiezen.
We beginnen deze dag met een bezoek aan een theefabriek. We krijgen uitleg hoe de thee daar verwerkt wordt. Uiteraard mogen we na de rondleiding zelf proeven. De thee is overal in Sri Lanka heel sterk. We kopen hier nog wat thee om mee naar huis te nemen.
Dan rijden we naar Kevin’s Casa, ons hotel. We gaan na aankomst lekker lunchen en daarna even afkoelen in het zwembad. Aan het eind van de middag worden we opgehaald om naar een dorp van een inheemse stam te gaan, Dambana genaamd. De inheemse stam heten Wedda/Vedda en dat betekent de mensen van het bos. We worden ontvangen door de zoon van de chief. We mogen al onze vragen stellen. De stam worstelt met balanceren tussen het leven met de tradities en het moderne leven. Er is een museum waar we kunnen zien hoe de stam door de jaren heen leeft. Daarna krijgen we een opvoering te zien over rituelen en gebruiken van de stam. Vuur maken, jagen, aanbidden, slaapliedje zingen, over vuur lopen en uiteindelijk werden we nog gezegend door de stam.
Om 5.00 uur opstaan, want we gaan naar het meer om de zonsopgang te zien. We varen in een bootje op 2 kano’s en hebben geluk: naast een prachtige zonsopgang zien we ook 2 olifanten langs de waterkant lopen. Na een rustige boottocht stappen we de rotsen op en daar staat ons heerlijke ontbijt al klaar. Wat een verwennerij! We lopen terug naar het beginpunt over een dam.
Om 8.00 uur beginnen we aan onze tweede activiteit van de dag een wandeling naar een waterval. We lopen lange stukken langs een soort kanaal met af en toe wat uitdagende stukjes (over een zijriviertje bijvoorbeeld). Na ongeveer een uur komen we bij de waterval uit. We besluiten onder leiding van de gids om nog wat dichterbij te gaan en steken de rivier over, over vele grote stenen. Uitdagend maar wel leuk. Zwemmen is soms mogelijk hier, maar deze keer raadt de gids het af omdat de stroming te sterk is. We beginnen dus lekker zwetend aan de terugweg.
Heerlijk om tussendoor even af te koelen in. Het zwembad van het hotel. Zo zijn we om 15.00 uur weer klaar als we door een chauffeur van een 4×4 worden opgehaald om op safari te gaan naar Maadura Oya Nationaal Park. Het regent af en toe, maar gelukkig hebben we regenjassen bij ons. Nadat we door een hek gereden zijn, zien we een smal pad. Het zal toch niet waar zijn?! Ja hoor, we nemen dat paadje. De takken zwiepen tegen ons aan, maar gelukkig vooral tegen de auto. We zien eerst een pauw en die sufferd gaat voor de auto rennen en later gaat hij zelfs vliegen. Vervolgens zien we een arend, een schildpad en wat verderop olifanten die het pad oversteken, reeën, vossen. We staan een tijdje stil omdat we een hele kudde olifanten zien: 10 dames met 2 baby’s. En later nog 2 mannetjes. We hebben enorm genoten van deze safari. Wat is het bijzonder om mee te mogen maken!
De route van Mahiyanganaya naar Nuwara Eliya is werkelijk prachtig! Rijstvelden met palmbomen gaan over in een weg met begroeiing en uiteindelijk de theeplantages. Er wordt in dit deel ook veel groenten geteeld en verkocht via kraampjes langs de weg. Nuwara Eliya staat bekend als klein Engeland. We zien koloniale gebouwen en voor het eerst zien we dat er ook paarden op het eiland zijn. Er is een baan voor paardenraces en we zien een groot meer, Lake Gregory, met speedboten.
Nuwara Eliya is een klein plaatsje. We gaan naar de Central Market en lopen naar het Grand Hotel. Tegenover het hotel zit een koffiehuis met een terras waar we even lekker gaan zitten. We merken vooral dat het hier koeler is. De Boeddhabeelden hebben hier ook 2 schouders bedekt i.p.v. 1. Voor het eerst deze vakantie draag ik een vestje.
Vandaag gaan we met de trein vanaf Nanu Oya naar Ella. Een rit van ongeveer 3 uur door de mooie landschappen van Sri Lanka. We beginnen met een uur vertraging, maar ach we hebben vakantie dus wat zullen we ons druk maken. Het wordt steeds drukker op het perron, maar wij weten zeker dat we erin kunnen omdat we gereserveerde stoelen hebben. Als de trein dan eindelijk gearriveerd is, kunnen we naar binnen. De trein is smoezelig en door het wachten moet ik eigenlijk al naar het toilet, maar ik ga er alles aan doen om niet naar de wc te gaan. Uiteindelijk vertrekken we 1,5 uur later dan gepland. We zien onderweg veel begroeiing, zoals theevelden, palmbomen, hoge dennenbomen, bieten en andere gewassen en uiteraard rijstvelden. We maken vele foto’s. Het valt op dat er mensen en koeien gewoon langs het spoor lopen. We genieten volop van de treinreis en voor we het weten zijn we in Ella. We worden door onze vaste chauffeur opgehaald bij het treinstation en rijden naar het centrum van het bergdorpje. We gaan lunchen (en eindelijk plassen!) en terwijl we in het restaurant zitten, wordt het steeds donkerder. Even later komt de regen met bakken uit de lucht. We horen dat er 2,5 tot 3 maanden geen regen is gevallen. De mensen hier zijn heel blij met de regen, want door de droogte waren er veel branden. Na de lunch gaan we naar ons hotel Ella Flower Garden. Het uitzicht vanaf ons balkon is werkelijk schitterend. Ik denk dat ik serieus nog nooit zo een mooi uitzicht gehad heb vanuit een accommodatie.
We gaan met een tuktuk naar de Nine Arch Bridge. We lopen op het spoor en maken foto’s van de brug en het uitzicht. Niet lang daarna komt de trein. Het is een nieuwe trein. De brug is helemaal gemaakt van steen en cement. Door de Eerste Wereldoorlog was er geen hout beschikbaar. Onder de negen bogen van de brug zien we grote wespennesten hangen. Met de tuktuk gaan we weer terug naar ons busje.
We gaan naar het begin van een wandelroute naar Little Adam’s Peak. Het is een wandeling van nog geen 2 kilometer en het gaat vooral omhoog. Op de top word je beloond met een prachtig uitzicht. Er zijn 3 toppen in totaal. Wij bekijken er 2, de laatste top is nog een behoorlijk stuk naar beneden en daarna weer omhoog.
Die laatste top is uitdagend en ook niet zo geschikt voor mensen zoals ik met hoogtevrees. Na uitgebreid alles bekeken te hebben, lopen we weer naar beneden. We hebben de mogelijkheid om te ziplinen. Bij het omhoog klimmen had ik al gezien dat je niet echt bij een diepte van het plateau gaat dus ik durf het wel aan. We worden gewogen en in het harnas gehesen. Dan krijg ik nog een zetje (ze zijn zeker bang dat ik niet uit mezelf ga). Ik draai helaas andersom waardoor ik achteruitga en niet zie waar ik heen ga, maar alsnog is het een bijzondere ervaring.
We eten ’s avonds in Ella bij Ella 360. Ze hebben livemuziek. Het is er niet erg druk, maar wel gezellig en lekker eten, zowel Sri Lankaans als internationaal.
Onderweg stoppen we nog even bij de Ella watervallen. Deze watervallen liggen bijna aan de weg dus zeker de moeite waard om even te bekijken. Daarna rijden we de bergen uit richting de kust. We komen rond lunchtijd aan in ons hotel Chaarya Resort & Spa. De kamers liggen verspreid over het terrein en er is een lekker zwembad.
Om 14.30 uur worden we opgehaald voor onze gamedrive in Yala National Park. Het is warm in de jeep, maar die is gelukkig open dus we voelen een verkoelend windje. We zien op deze safari eigenlijk alle dieren: olifanten, een krokodil, waterbuffels, herten, veel apen, een mangoest, verschillende vogels en heel veel pauwen. Opeens krijgen we het bericht dat er een luipaard gespot is. In vliegende vaart rijden we door het park en als we bij een drinkplaats komen, staan er al een paar andere jeeps. We hebben goed zicht op het luipaard! Het schijnt vrij zeldzaam te zijn dat het dier zo goed zichtbaar is. Wat een geluksvogels zijn wij dat we dit bijzondere dier zo goed kunnen zien. We rijden terug naar het beginpunt en daar staat een hele kudde olifanten ook met jonkies. Zo schattig!
De wekker staat om 5.00 uur voor wederom een gamedrive. Het is nog donker als we naar het Nationale Park rijden. De eerste dieren komen we al op de weg ernaar toe tegen. Zowel honden als runderen en vlak bij het park springt er nog een hert voor ons busje. We stappen over op de jeep en staan om 06.00 uur in de rij te wachten om het park in te kunnen. We zien wederom veel dieren: krokodillen, hazen, flamingo’s, jakhalzen, zwijnen, een mangoest en een adelaar. We zien dit keer geen luipaard en zelfs geen olifant. Wat fijn dat we die gister al gezien hebben. We beseffen nu helemaal hoe bijzonder dat was. We hebben ook van deze safari genoten, maar het was niet zo indrukwekkend als gister.
Aan het eind van de middag gaan we naar Kataragama. Dit is een heilige plaats voor boeddhisten, hindoes en moslims. We lopen een rondje om de Stoepa en naar een Bodhi tree. Alles zonder schoenen, want die draag je niet op deze heilige plek.
We gaan richting het regenwoud vandaag. Onderweg bezoeken we een opvang van jonge verweesde baby olifanten. We zitten hier op een tribune om de voedertijd te bekijken. Helemaal tussen de lokale mensen dus dat is erg leuk. Bij ons in de buurt zitten hele jonge kinderen en blijken wij opeens de attractie te zijn. Een aantal wil met ons op de foto. Het voeren van de olifanten met trechters melk is heel schattig. Wat oudere olifanten krijgen verse takken, zodat ze leren hoe ze dat moeten eten. Het is namelijk de bedoeling dat deze olifanten weer terug de natuur ingaan. Het menselijke contact blijft dus tot een minimum beperkt.
Na een rit van een paar uur komen we aan in onze accommodatie vlakbij het regenwoud, Blue Magpie Lodge. De accommodatie is heel basic, maar de mensen zijn vriendelijk en gastvrij. We zijn allemaal een beetje misselijk van de bochtige wegen. We eten dus niet heel veel van de lunch die we daar krijgen. Er is in de directe omgeving niet veel te doen en het regent dus we vermaken ons die middag met spelletjes doen en lezen. Er is ook totaal geen bereik hier. Dit is the place to be als je even helemaal op jezelf wilt zijn.
Voor we naar Sinharaja Rain Forest National Park rijden, kopen we bloedzuigersokken om te voorkomen dat we lastkrijgen van bloedzuigers. We stappen over van ons busje naar een 4 x4 jeep. Die overstap is geen overbodige luxe. We hobbelen wat af. Soms stoppen we even om naar een vogel of een hagedis te kijken. We zien de bijzondere Blue Magpie (Blauwe Kitta), een zeldzame vogel die alleen in Sri Lanka te zien is. We hebben wederom geluk. Voor we aan de wandeling zelf beginnen, kunnen we nog naar het toilet (gat in de grond) en daarna worden de bloedzuigersokken ingesmeerd met een desinfecterend middel. Af en toe zitten er alsnog bloedzuigers op ons, maar de gids haalt ze eraf. De wandeling begint op een redelijk breed bospad en de gids vertelt over de vogels, vlinders, vissen, waterslang, Ceylonese laspuntslang, bomen, struiken en planten die we zien. We lopen naar de Giant Nawada Tree: omtrek 8 meter en hoogte 46 meter en volgens het verhaal al 350 jaar oud. We lopen nu op paadjes en we moeten zo nu en dan bukken voor giftige takken met stekels. Er zijn ook veel lianen en boomwortels dus je moet goed opletten waar je loopt. We zijn het park officieel alweer uit als we de hier veelvoorkomende aap in de boom: purple faced leaf monkey.
We gaan uitgebreid lunchen bij Jansen’s Bungalow en later ook nog even lekker zwemmen met een prachtig uitzicht.
We maken een boottocht door een lagune vandaag. We zien diverse vogels en hagedissen. De omgeving is prachtig. Er zijn diverse plekken te bezoeken met de boot. Eerst krijgen we een demonstratie hoe kaneel gemaakt wordt en later leggen we aan bij een eiland met een tempel. Er staan allemaal beelden van monniken bij.
Na de boottocht gaan we lunchen op het strand. Daarna gaan we naar een plaats waar ze aan Stilt Fishing doen. Het is een soort paalzitten en ondertussen met je hengel sardientjes vangen. Wij mogen het ook proberen. Helaas heb ik geen succes, mijn zoon heeft wel beet. Best knap, want de mannen die er zitten vangen ook niet veel. Het is weer een bijzondere ervaring.
We rijden door naar Galle en checken in bij Khalid’s Guesthouse. Supervriendelijk ontvangst en een mooie authentieke kamer. We lopen in de avond door Galle heen. Over de vestingmuren, naar de vuurtoren, langs kerken en door Pedlar straat.
Na een geweldig ontbijt is het tijd om naar de luchthaven te rijden. Wat hebben we genoten van dit prachtige land met de vriendelijke bevolking! Voor altijd een plekje in ons hart en met herinneringen die de rest van ons leven meegaan nemen we afscheid van Sri Lanka.